De meeste mensen weten niet goed wat een arbeidsdeskundige doet. Je krijgt er immers alleen met te maken wanneer je langere tijd geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent. In dit artikel lees je meer over het wat, waarom en wanneer van arbeidsdeskundig onderzoek.

Wet Verbetering Poortwachter
Zodra iemand in loondienst zich ziek meldt gaat de Wet Verbetering Poortwachter (WVP) lopen. Deze kent een termijn van 104 weken (dat is twee jaar min een paar dagen). Binnen de Wet Verbetering Poortwachter staat omschreven wat er minimaal en wanneer van een werkgever en werknemer wordt verwacht gedurende arbeidsongeschiktheid.

Een overzicht van de stappen voor werkgevers kun je op basis van de eerste verzuimdag hier invullen. Werknemers kunnen ook een stappenplan invullen door op deze link te klikken en de eerste verzuimdag in te vullen.

In het overzicht van de Wet Verbetering Poortwachter staat niets vermeld over arbeidsdeskundig onderzoek of een re-integratietraject 2e spoor. Toch zijn dit ook verplichtingen voor werkgever en werknemer binnen de 104 weken verzuim en re-integratie. Deze verplichtingen staan beschreven in de Werkwijzer Poortwachter (een document met richtlijnen van UWV).

In de Werkwijzer Poortwachter staat de uiterlijk tegen het einde van het eerste jaar gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid er een arbeidsdeskundig onderzoek dient te worden uitgevoerd. Het mág en kan natuurlijk ook al eerder in het verzuim, dat geeft juist vaak extra handvatten en zorgt in veel situaties eerder voor een helder einddoel met bijbehorend stappenplan.

Kwaliteitsregister arbeidsdeskundigen
Een arbeidsdeskundige kan zich registeren bij de Stichting Register Arbeidsdeskundigen (SRA), dit is echter niet verplicht. Een arbeidsdeskundige die zich heeft geresisteerd conformeert zich aan de gedragsregels van de SRA. Een werkgever en een werknemer kunnen gebruik maken van het tuchtrecht. Naast registeren kan een arbeidsdeskundige zich ook certificeren. Ook certificeren is niet verplicht. Veel arbeidsdeskundigen zijn wel geregistreerd maar niet gecertificeerd. De certificerende stelling (Hobeon SKO) controleert elke 3 jaar of de arbeidsdeskundige zijn/haar vakkennis heeft bijgehouden. Om gecertificeerd te blijven moet je als arbeidsdeskundige aantonen dat je opleidingen en cursussen in je vakgebied hebt gevolgd, dat je een minimaal aantal uren per jaar als arbeidsdeskundige hebt gewerkt en dat je structureel hebt deelgeenomen aan onderlinge toetsing c.q. intervisie.

Wie is de opdrachtgever van het arbeidsdeskundig onderzoek?
Het aanvragen van het arbeidsdeskundig onderzoek verloopt veelal via de werkgever, al dan niet op advies van de bedrijfsarts. De werkgever dient de kosten van het arbeidsdeskundig onderzoek te dragen. Een arbeidsdeskundige geregistreerd bij de SRA verplicht zich onafhankelijk arbeidsdeskundig onderzoek te verrichten en handelt klachtwaardig wanneer deze zich niet onafhankelijk opstelt.

Voor het uitvoeren van het arbeidsdeskundig onderzoek ontvangt de arbeidsdeskundige minimaal de Functionele Mogelijkheden Lijst (of andere benaming van het belastbaarheidsprofiel) opgesteld door de bedrijfsarts. Daarnaast heeft de arbeidsdeskundige informatie over de functies en structuur van de organisatie van de werkgever nodig en een overzicht van opleidingen en werkervaring van de werknemer. De arbeidsdeskundige verricht hoor en wederhoor. Dit houdt in dat er een gesprek met de werkgever plaats vindt en dat er een gesprek met de werknemer plaats vindt. Dit zijn twee losse gesprekken en de arbeidsdeskundige is gehouden aan het beroepsgeheim. Enkel dat wat noodzakelijk is voor het onderbouwen van een re-integratie advies mag de arbeidsdeskundige gebruiken in de rapportage. En het gebruik van medische informatie in de rapportage is niet toegestaan.

Na de gesprekken met werkgever en werknemer kan het gewenst zijn de werkplek te bekijken om een volledig beeld te krijgen van de arbeidsomstandigheden en de eventuele knelpunten daarin. De werkplek wordt door de arbeidsdeskundige bij voorkeur samen met de werknemer bekeken, zodat de werknemer toelichting kan geven.

Om tot conclusies en adviezen te komen kan het voor  de arbeidsdeskundige nodig zijn telefonisch met de bedrijfsarts te overleggen. In de basis is de arbeidsdeskundige gehouden aan de belastbaarheid zoals de bedrijfsarts deze op schrift heeft gezet. Als in het gesprek met een werkgever en/of een werknemer blijkt dat de belastbaarheid vragen op roept is het zinvol dat de arbeidsdeskundige afstemming met de bedrijfsarts zoekt.

De vier arbeidsdeskundige vragen
De arbeidsdeskundige schrijft een rapportage waarin hij/zij antwoord geeft op onderstaande vier vragen:

  1. Is het eigen werk (zoals werknemer dat deed voordat deze arbeidsongeschikt werd) nog passend of wordt dat op korte termijn weer passend?
  2. Indien nee, is het eigen werk aanpasbaar (door de inzet van hulpmiddelen, het verschuiven van taken of het aanpassen van bijvoorbeeld werktijden)?
  3. Indien nee, welke andere passende taken en functies zijn er bij de eigen werkgever aanwijsbaar? Het betreft dan alle functies (en bijbehorende taken) op en onder het functieniveau van een werknemer. Functies op een hoger niveau worden niet beoordeeld en de werkgever hoeft deze ook niet ter re-integratie aan te bieden.
  4. Welke andere passende functies zijn er bij een andere werkgever (elders op de arbeidsmarkt) aanwijsbaar? En is het nu noodzakelijk een re-integratietraject 2e spoor te starten (eventueel loopt dit traject naast re-integratie bij de eigen werkgever).

Op basis van de antwoorden (conclusies) op bovenstaande vragen adviseert de arbeidsdeskundige welke stappen nu genomen kunnen en moeten (conform wet- en regelgeving) worden in de re-integratie. De verantwoordelijkheid voor het verder vormgeven van de re-integratie ligt bij de werkgever en werknemer, ondersteund door de bedrijfsarts.

Oneens met de conclusies en adviezen?
In veel gevallen zijn zowel werkgever als werknemer het eens met de conclusies en adviezen uit het arbeidsdeskundig onderzoek. Soms is er sprake van verschil van inzicht of verschillende visies. In dat geval kunnen zowel werkgever als een werknemer een Deskundigen Oordeel bij UWV aanvragen. Het aanvragen van een Deskundigen Oordeel heeft echter geen opschortende werking. Alle re-integratieverplichtingen lopen dus onverminderd door.